Kijken = Denken

De derde expositie van Yellow Fellow Leidschendam is deze keer verrassend anders, geen kunst uit de  collectie van Jan Verhoeven, maar een bevriende kunstenaar, tevens bouwkunde docent op de Universiteit Eindhoven. Frans Franssen daagt Yellow Fellow uit om over haar eigen grenzen heen te kijken en ‘abstractie’ los te laten.

yfl-20130113-ff-205eJan Verhoeven zegt het tijdens de opening: ‘Wanneer wij de samenleving uitdagen opnieuw te leren kijken dan doet Frans Franssen dat in ieder geval met mij en met ons, door het los te laten van etiketten van abstract, figuratief en allerlei mengvormen. Frans vertegenwoordigt in ieder geval wel de idee van Yellow Fellow, ook al is hij niet in de collectie vertegenwoordigd.

Jan Verhoeven nodigt de aanwezige gasten uit, om meningen te hebben over de kunst van Franssen. Vind je het mooi, of lelijk, geslaagd of niet? Meer belangrijk is of deze kunst je uitdaagt om anders, meer creatief te kijken. En dat proces begint met kijken, meningen te vormen en er met anderen over in gesprek gaan. Over de schoonheid (of lelijkheid) van kunst.

Jacob Voorthuis neemt plaats achter de microfoon. Hij is meer een type voor een loopmicrofoon. ‘Ik kan niet stilstaan ik moet mezelf krabbelen en kriebelen en ik moet kunnen lopen.’ Jacob is door Frans gevraagd om iets te zeggen. Eigenlijk vindt hij dat onzin, want het werk moet eigenlijk voor zich zelf spreken. Alhoewel het als werk niet spreekt. Werk spreekt nooit.

yfl-20130113-ff-224e

Het hangt aan de muur en is dan aan zijn lot overgelaten. Lot is een beetje met geniepige oogjes er naar kijken. En dan wordt er betekenis aan gegeven. Je staat blanco voor zo’n ding. Maar wat is een ding? Stoelen zijn dingen. Voor een mier is een stoel een eindeloos groot landschap waar hij met veel moeite over heen kan gaan. Pas in jullie waardering’, en hij kijkt naar het publiek ‘… wordt een stoel een stoel.’.

Jacob Voorthuis danst van de ene redenatie naar de volgende. Want wat is nu abstractie en schoonheid? Hij vervolgt: ‘Schoonheid is al jaren bezig om ons te redden. We moeten gered worden van onze beperkingen, en nauwheid en ons gigantische vermogen om weer een blunder te begaan.’ Volgens Voorthuis kan schoonheid daarbij helpen, via abstractie.

Want wat is abstractie? Ab betekent weg. Tractie is trekken. Dus abstractie betekent wegtrekken of weghalen. Voorthuis beschrijft het lekker plastisch: ‘Ik zie het lekker vleesgeworden. Een jager, een dood beest, dat moet weg. Het gaat scheuren en rekken en beetje zielig zo het wegtrekken van het beest. Het gaat mee naar huis. Opgedeeld in onderdelen. Netjes. Dat is abstractie. Wegtrekken. Het wordt altijd ergens naartoe getrokken. Naar waar het moet zijn, naar thuis zijn. Je trekt het naar je toe.

Leuk abstract noemt Voorthuis onzin. Elk waarnemen is een wegtrekken. Spelletjes kan je spelen. Sommigen moeten goed gespeeld worden en de spelregels respecteren, anders worden de spelletjes niet zo leuk. ‘Je wint vaker als je de spelregels mee speelt.’ Voorthuis vertelt hoe hij vaak met zijn zoon spelletjes heeft gespeeld en hoe zijn zoon met de regels speelde. Vervolgens worden ze beiden ouder en gaat zijn zoon zich meer aan de regels houden. ‘En nu wint hij altijd.

Maar goed, Voorthuis staat bij de opening van een tentoonstelling van Frans Franssen dus voelt zich geroepen als architectuurfilosoof om nog iets over het werk, of eigenlijk de interactie tussen beschouwer en werk te zeggen. Hij legt de link met (zijn) opmerking dat kunsthistorica altijd spelletjes spelen. Zogenaamde ‘wegtrekspelletjes’. Spelletjes waarin voorwerpen worden gebruikt als een ding, waarin spelregels worden gebruikt of weggetrokken. ‘Laten we een spelletje abstract kunst doen, of een spelletje figuratieve kunst.’ Hij licht toe: ‘Vervolgens zijn er spelregels om een kunstwerk te benaderen en een juiste betekenis aan te onttrekken. En als je het goed hebt dan heb je gewonnen. Geraffineerde spelletjes, die we met z’n allen beoefenen. Waar we boeken voor lezen en naar mensen luisteren. Zo worden we geraffineerd in het spelen met kunst.’

foto-14Voorthuis verwijst ook naar de Opifex locatie waar de kunst nu geëxposeerd is. Hij vindt het een heel interessante omgeving. ‘Want kijk er zijn allerlei toevalligheden in het spel.’ Hij wijst naar de grote glas-in-lood ramen, waardoor het licht veel kleur krijgt. ‘En dan komt het licht en rommelt op het werk van Frans. En grote vervlechting van spulletjes. Welk spel is er dan aan het werk?’

yfl-20130113-ff-263eVoorthuis waarschuwt ons: ‘Dat we maar nooit vergeten dat het alleen maar spelletjes zijn. En als je goed bent, kan je hele leuke spelletjes doen.’ Hij nodigt iedereen uit om het spel te gaan spelen met de kunst. Zo geeft hij aan, dat hij twee jaar lang heeft kunnen spelen met ‘dat klein werkje om  hoek. Beschilderd. Lijkt op brons. Zeer zwaar. Twee jaar lang stond dit werk bij hem in zijn kantoor. En heeft hij er een intieme relatie mee opgebouwd. ‘Dat kunstwerk dat ken ik zoals jullie dat nooit leren kennen en dat vind ik nu tof.’

Gezien en gehoord bij Yellow Fellow Leidschendam tijdens de opening van de tentoonstelling van het werk van Frans Franssen op 13 januari 2013

Caroline van der Linden
14 januari 2013