Esthetische intelligentie

Als de bezoekers van mijn museum echt zouden kijken naar de kunstwerken, zoals bij jullie in je experiment, dan zou de wereld er anders uit hebben gezien’, aldus Rudi Fuchs, voormalig directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. ‘Naast het leren om echt te kijken naar kunst – of andere zaken – moeten mensen juist afleren om het te begrijpen: leren je oordeel uit te stellen’. Zeventien professionals, waarvan Fuchs er een van was, reageren gedurende stimulerende dialogen op mijn onderzoekende vragen over a) hun associaties met het nog onbekende begrip ‘Esthetische Intelligentie’, alsmede b) de mogelijkheden dit concept toe te passen op leiderschap in organisaties en c) mogelijke leer-interventies om deze sensitiviteit te ontwikkelen: valt esthetische intelligentie te leren?

gerdejoode

Waarom is esthetische intelligentie een interessant onderwerp in deze tijd? Ook al is esthetica altijd een aspect van het leven geweest, in iedere cultuur en iedere tijd, het lijkt of in deze tijd esthetische overwegingen nauwelijks een prominente plaats innemen tijdens discussies in organisaties, tijdens een proces van organisatie ontwerp en laat staan bij het bediscussiëren van de resultaten. Er lijkt een gebrek aan esthetiek in organisaties, terwijl de samenleving juist weer een groeiende behoefte aan (aandacht voor) schoonheid lijkt te hebben. Veel mensen hebben Plato al geciteerd, de geestelijke vader van het Ware, het Goede en het Schone. Een hedendaagse vertaling zou zijn: a) het Ware:de cognitieve, objectieve visie of positivistische perspectief, dominant in de wetenschap; b) het Goede: de ethisch normatieve visie, of het morele perspectief, dominant in de geestelijke en juridische organisaties en c: het Schone: de expressieve of impressionistische visie of het esthetische perspectief, dominant in de kunsten.

 

De centrale vraag in deze thesis is: hoe kan een leider (meer) esthetische intelligentie ontwikkelen – op een betekenisvolle, constructieve en authentieke manier – zodat het haar in staat stelt een (meer) esthetisch ontwerp te maken van haar organisatie?

 

Om deze vraag te kunnen beantwoorden onderzoek ik het concept vanuit drie verschillende perspectieven. Vanuit een ‘vierkant’ perspectief: Ik ontwikkel basis inzichten vanuit vier domeinen (kunst, filosofie, wetenschap en psychologie/psychoanalyse) die een min of meer natuurlijke verbinding met esthetiek hebben. Vervolgens doe ik verder onderzoek vanuit een ‘driehoekig’ perspectief: domeinen die al een bewezen ervaring hebben met esthetiek (kunst verzamelaars, museale wereld, cross over instituten). Tenslotte rond ik het onderzoek af vanuit een ‘circulair’ perspectief: vanuit het gezichtspunt van leiderschap (manager, ondernemer), een domein met een nog niet duidelijke connectie met esthetische intelligentie, onderzoek ik mogelijkheden om het concept toe te passen in de praktijk van de leider.

 

Naast de exploratieve dialogen die tot doel hebben het concept van esthetische intelligentie te ontwikkelen, ben ik geïnteresseerd in het ontwikkelingsaspect van de vraag. Hiertoe heb ik twee experimenten uitgevoerd inclusief één effect meting om er achter te komen of deze interventies op enige wijze effectief zijn bij het ontwikkelen van esthetische intelligentie.

 

De belangrijkste resultaten en conclusies van mijn onderzoek zijn de volgende.

 

Multi dimensionele blik op het complexe en eenvoudige concept van esthetische intelligentie

Esthetische intelligentie of sensitiviteit is een combinatie van ‘aisthetis’ (het vermogen om schoonheid te ervaren), en ‘intelligo’ (inter-lego: het vermogen om tussen de regels door te lezen om de verborgen betekenis te doorgronden). Esthetische Intelligentie is het vermogen om:

  • Zien en ervaren van de schoonheid van een artefact, proces of organisatie te zien (de ingrediënten en het totaal).
  • Betekenis geven aan deze ervaring; ervaren in de taal om esthetiek uit te drukken.
  • Creëren van schoonheid (‘Poetica’), zodat anderen, de ontvangers, de ware betekenis van schoonheid zien en ervaren als een bron van inspiratie.
  • Mooi zijn, door het integreren en internaliseren van aisthetis, intelligo en poetica.

 

Beeld van een esthetisch intelligente leider

Zij is in staat om haar intuïtie te vertrouwen, en haar ratio te laten volgen. Zij ziet, kijkt en luistert zonder oordeel, met al haar zintuigen, gebruik makend van haar ‘3e oor’. Zij is in staat om haar geest en hart open te stellen voor andere wereldbeelden, perspectieven, pijn en vreugde, in het kort: voor de ambiguïteit van haarzelf en voor ieder menselijk wezen dat deel is van de organisatie. Tevens is zij in staat zich te verhouden tot de details én tot het geheel: één ingrediënt verhoudt zich tot het geheel en bevat het geheel (containment); en zoekt naar de juiste vorm (fit). Is in staat om artistieke principes te gebruiken, zoals de taal van vormgeving, drama, muziek, het hart en beeldtaal. En vooral kijkt zij naar de juiste balans tussen het Ware, het Goede en het Schone. Zij is in staat tot het ontwerpen en bouwen van transitionele ruimtes: een plaats voor de Homo Ludens, voor ambiguïteit en ambitie. Tenslotte: esthetische intelligentie gaat over spelen, experimenteren, onderzoeken en ontwikkelen. Het gaat zowel over het construeren als onderzoeken van betekenis; van waarden als de essentie van het zijn; van jezelf, de organisatie en je bijdrage aan de wereld.

 

Interventies en condities voor het ontwikkelen van esthetische intelligentie

De twee experimenten die ik heb uitgevoerd[1], met in totaal ca 90 deelnemers, laten zien dat er positieve resultaten zijn wanneer kunst wordt ingezet als ‘gereedschap’ bij coaching. De deelnemers krijgen de gelegenheid om met een coachingsvraag in gedachte, in één van de zeven witte vierkante tenten plaats te nemen – die in een mooie, spelende lijn buiten op een landgoed geplaatst zijn – op de stoel tegenover een echt kunstwerk, alleen en zo lang als ze willen, met als doel: met dit kunstwerk in gesprek te gaan over hun vraag.

Tijdens het experiment worden deelnemers uitgenodigd om mee te doen aan een experiment dat bestaat uit twee delen: in gesprek gaan met een kunstwerk en vervolgens een interview over dat gesprek. De experimenten hebben impact, met name in combinatie met een coachingsvraag bij aanvang, en bij sommige mensen ook met behulp van een speciaal ontwikkelde ‘kijkwijzer’ (een hulpmiddel met 7 manieren om naar een kunstwerk te kijken).

Uitgaande van de vier niveaus van impact van kunst (Bollas): van het simpel invullen van een lege plek op de muur (niveau 1), tot compleet ‘lost’ raken in en door een kunstwerk (niveau 4). De effectmeting toont dat twee weken na het experiment een groot deel van de deelnemers nog steeds het effect ervaren van het experiment. Met name op niveau twee: kunst intrigeert en geeft de kijker rijke fantasieën. Maar ook op niveau drie: het kunstwerk geeft de persoon zo’n intense ervaring dat de persoon verandert of transformeert.

De condities voor het succes van de experimenten zijn: a) houdt het eenvoudig en spelend (playful), b) noem het een experiment (en niet bijvoorbeeld een workshop) want dat wekt nieuwsgierigheid op; c) creëer speelruimte: leeg, open en van hoge kwaliteit; d) heb goede facilitators (die weinig, maar de juiste vragen stellen); e) vindt een manier om persoonlijke en/of collectieve ‘flow’ te faciliteren en f) ga bewust om met de tijd: met een goede voorbereiding is er niet veel tijd nodig voor het experiment zelf. Het experiment laat zien dat effect zelfs mogelijk is, met korte interventies van ongeveer 20 minuten (toelichting, gesprek en interview samen).

 

Manier van leven

Uit de dialogen met de 17 personen komt duidelijk naar voren dat het niet makkelijk is om esthetische intelligentie ‘even’ te leren. Het is meer een manier van leven. Passies en hobby’s, zoals concerten bezoeken of beeldhouwlessen volgen helpen bij het ontwikkelen van de sensitiviteit. Maar ook helpt het organiseren van verbindingen (cross overs) tussen kunst en samenleving, bijvoorbeeld kunst en educatie, of kunst en bedrijven. Als ook een bijdrage leveren aan het Goede en het Schone doen, naast je normale werk, als een sociale burger. De derde aanbeveling is: musea, cross over projecten en businessschools zijn in staat om ervaringen uit te wisselen en kunnen samen gaan co- creeren, om nieuwe wegen voor leren te vinden, met kunst als een gereedschap voor leren. Het is tijd, dat de bestaande businessschools meer tijd besteden aan de ontwikkeling van leiderschap programma’s waar het Ware, het Schone en het Mooie in het curriculum staan. Zo kan als voorbeeld de studie ‘Coaching en Consulting for Change’[2] aan de topleiders en consultants van deze tijd, mogelijk meer kunst inzetten als gereedschap voor nieuwe manieren van denken en handelen voor de – esthetisch intelligente – leider van de toekomst.

[1] In samenwerking met (de kunst van) Yellow Fellow; www.yellow-fellow.com

[2] Deze thesis is ontwikkeld en geschreven gedurende mijn studie bij Insead – Fontainebleau: Coaching and Consulting for Change 2008 olv prof. Manfred Kets de Vries, prof. Eric van de Loo en prof. Roger Lehman.