I play different

‘I play different’, zegt Keiko Shichijo, de Japanse fortepianiste die deze middag bij Yellow Fellow sonates van Beethoven speelt, tussen en samen met de geometrisch abstracte kunstwerken van Jaap Egmond. Dit keer heeft Noor Kamerbeek, die de muziekevenementen van Yellow Fellow organiseert, het ook anders aangepakt. Zij heeft de uitvoerende musicus gevraagd de verbinding te leggen tussen haar wereld – dat ligt tussen Japan en de klassieke Westerse muziek – en die van de beeldende kunst. Voorheen maakte Noor zelf deze verbinding. Dus Keiko heeft gekeken, gekozen en gespeeld op de meer dan 200 jaar oude fortepiano, een prachtig, uniek instrument.

I play different 1

Hoezo speel je anders’, heb ik haar achteraf gevraagd. Keiko, bescheiden, lachend en Japans: ‘Muziek is als ademhalen. In deze context haal ik anders adem. En dat maakt dat ik ook anders speel.’ Ze wijst naar de ruimte, naar de kunst, de andere soort seating – mensen zitten om een kunstwerk heen, zij speelt ernaast -, het wisselen van locatie en kunstwerk per muziekstuk, tussen de stukken door en de gemakkelijke sfeer. Wanneer ik haar vraag hoe ze tegen deze kunst aankijkt, vanuit haar Japanse achtergrond. Ze kijkt me vriendelijk en lachend aan. Voor haar bestaat er niet zoiets als ‘abstractie’. De Japanse Zen-tuinen, met de mooie geometrische vormen, zijn voor haar als het leven zelf. Lyrisch. Keiko vermoedt dat Japanners deze geometrische kunstvorm goed zouden kunnen waarderen.

Ik vond dat een bijzondere reflectie en kreeg even het gevoel dat voor sommige mensen er niet zo iets nodig is als ‘kruisbestuiving’ tussen diverse domeinen. Omdat ze al geleerd hebben meer integrerend te leven, te ademen en te zijn. Door Zen, een levenskunst, gericht op volledige verlichting, ware zelfkennis en schoonheid, door concentratie en meditatie. En zo zat Keiko ook achter haar fortepiano: meditatief geconcentreerd.

En Keiko wil haar inzichten ook liefdevol, en met lichte humor, delen. Een mevrouw vroeg heel stilletjes, tijdens de eerste wissel aan Noor: ‘waar zijn de pedalen van dit instrument?’ en Keiko liet ons spontaan, voor aanvang van het tweede stuk, horen en zien dat er wel degelijk een ‘pedaal’ was. Alleen: niemand zag haar geheim. Zij speelde even met het publiek. De pedalen werden namelijk met haar knieen bespeeld bij dit instrument, en niet met haar voeten.

I play different 2
Wat ik gezien heb is een verinnerlijkte ‘kruisbestuiving’ tussen een fantastische Japanse pianiste, die met haar unieke instrument de verbinding maakt met de traditionele Europese pianocultuur in een Nederlandse katholieke jaren 60 kerk, tussen geometrisch abstracte kunst. Verbindingen die voor haar heel natuurlijk zijn. Bijzonder.

Caroline van der Linden, 27 januari 2014