Ben je bereid voor een kunst-experiment te betalen?

‘Het zou onverstandig zijn niet te kiezen voor ontwikkeling en dialoog. Met schuren! Maar het streven is toch ook een kwaliteitsniveau, waarvoor men bereid is te willen betalen”? Een dilemma….’ schrijft de kunstenaar Ger de Joode, tevens lid van de denktank YellowFellow, aan mij. Aanleiding is een gesprek binnen de denktank Yellow Fellow naar aanleiding van een experimenteel kunstconcert in YellowFellowLeidschendam. Het dilemma is of een experiment van YellowFellow per definitie hoogwaardig moet zijn of ook nog ‘in ontwikkeling’ kan zijn. Anders gesteld: wat zijn de kenmerken van een typisch YellowFellow experiment? Wat is het doel van zo’n experiment? In hoeverre draagt het bij aan de ontwikkeling van kennis, inzicht en ervaring als het gaat om het ‘anders kijken en denken’ door kunst?

De setting: twee solisten (piano en zang) selecteren bij een expositie van YellowFellow een aantal kunstwerken. Ze zoeken daar liederen en muziek bij, onder andere Debussy, Poulenc, Fauré, Brahms, Granados. De setting is onorthodox: het publiek kijkt naar het kunstwerk en de muziek is zo opgesteld dat het achter of naast het publiek staat. Op die manier wordt het luisteren naar de muziek niet de (enige) focus, maar vormt het meer een onderdeel van het geheel, van de context. De muziekstukken duren gemiddeld 5 a 7 minuten, waardoor je ook veel langer dan je gewend bent naar het gekozen kunstwerken kijkt. Gedurende het concert verandert de setting regelmatig en wordt piano en publiek naar diverse plekken in de grote ruimte verplaatst: iedere keer een unieke opstelling en samensmelting van beeld, tekst en muziek. Een nomadische kunstbeleving waarbij bezoekers en muziek continu van plek en uitzicht veranderen.

Het leuke van het meedoen aan experimenten, is dat je bij jezelf kunt kijken wat het je doet. Voor mij is een van de meest gewaagde settings de situatie waarbij piano en zang aan de buitenkant van de ‘groene cirkel’ staan en het publiek aan de binnenkant ervan, alsof de muziek over en langs de muren moet kruipen om bij haar publiek te komen. Ik merk dat ik op dat moment terugval in oud luistergedrag: ik stap halverwege uit de groene cirkel en ga recht voor de muziek aan de buitenkant staan, op een plek die voor mij klopte op dat moment. Of het moment dat ons gevraagd wordt te concentreren op ‘het groene object’ (in de rode cirkel) terwijl Fauré wordt gezongen. Ik merk dat bij deze muziek mijn ogen afdwalen naar een ander kunstwerk, dat ik associeer met een zonsondergang. Die combinatie is voor mij meer passend. Ik doorbreek de van te voren geselecteerde combinaties van beeld, taal en muziek.

Wat ik vergeet te vertellen is dat ieder kunstwerk en muziekstuk wordt in- en uitgeleid door een kunstfilosoof, die poogt verbinding tussen alle kunstvormen te leggen. En daar gaat het bij mij mis: interpretatie op interpretatie op interpretatie….Het is me teveel. Ik word teveel afgeleid door de diverse interpretatieslagen die gemaakt worden (woord op muziek op schilderkunst op locatie in ruimte op…). En dus ga ik gedurende het experiment mijn eigen experiment bouwen. Wat ik achteraf dan weer leuk vind.

Vanuit dit perspectief lijkt het me een heel geslaagd YellowFellow experiment! Het experiment staat bij YellowFellow centraal bij het ontwikkelen van artistieke realiteiten. Wat kunnen we ervan leren? Hoe kunnen we de dialoog en de kruisbestuiving tussen kunst en samenleving bevorderen? Wat is de sociaal maatschappelijke waarde ervan?

Dit experiment was rafelig, schurend, niet af, onorthodox, anders (dan je gewend bent), en – heel belangrijk – de betrokken mensen hadden er lol in om het te doen. Toegegeven: de piano was niet in optimale vorm, en alle elementen zouden nog beter op elkaar afgestemd kunnen worden: het was nog niet een perfectie uitvoering. De kerkruimte en de ronde wanden gingen soms ‘aan de haal’ met de zangstem, waardoor het soms te hard klonk.

Experimenten vragen om begeleiding, reflectie, een kritisch vermogen. Maar ook een helder startpunt of onderzoeksvraag. Wat beoog je ermee? En als het niet af is of perfect: mag je er dan geld voor vragen aan het publiek? Stel je hebt de keuze tussen a) een meer ervaren, op elkaar afgestemde muzikale uitvoering en b) het verbeteren van dit nomadische concept, waar zou je als YellowFellow in willen investeren? En ook niet onbelangrijk: waar gaat publiek voor betalen?

Nu ben ik van de ‘en-en-generatie’ en zie ik beiden graag terug. Ik zou kiezen voor die mensen, die bereid zijn de dialoog, het leren en het experiment willen aangaan, om de kans te pakken een dergelijk muzikaal experiment verder te onderzoeken. Samen met het publiek, met medekunstenaars, met YF.

Een van de bezoekers sprak na het laatste concert over ‘desoriëntatie en vooral van niet genieten’. ‘Niet alles is tot een Gesammtkunstwerk te combineren’. En tegelijkertijd sprak hij de waardering uit voor het experiment. ‘Ga er maar aanstaan om beeld, klank en woord zo te kiezen en te brengen dat voor de beschouwer/toehoorder de mogelijkheid  om te “communiceren” open staat’. Mijn vraag aan hem is of hij een volgende keer vooraf of tijdens de uitvoering op de een of andere manier zou willen meewerken aan de verbetering van het experiment. Hij heeft al positief hierop geantwoord!

Achteraf vraag ik me af waar nu het grootste leer of winstpunt zit van dit experiment. Voor mij zit dat toch in het overbrengen van de kernwaarden en opdracht van YFL bij het ‘contracteren’ van de musici en kunstenaars: YF wil niet een standaard expositie of museale ruimte zijn, en ook geen standaard concertruimte. Juist deze spirituele en met-licht-spelende jaren ‘60 kerk vraagt een nieuwe kijk aan de kunstenaars die meedoen. Je krijgt als kunstenaar veel ruimte, met toegang tot een brede diversiteit aan dialoogmogelijkheden. Ik denk dat dit experiment heeft opgeleverd dat YellowFellow zelf weer haar missie en waarden scherper kan en mag formuleren en niet schuwen hierop te contracteren.

Het volgende experiment is op 7 juli 2013, het Dudok Kwartet gaat de confrontatie aan met het werk van Lon Pennock en William Manning. Ik nodig je uit er onderdeel van te zijn.

Caroline van der Linden, 9 mei 2013

 

img betalen voor kunst